Ik loop op straat, alles om me heen gaat drie keer zo snel of ik vertraag... De stoeptegels onder me zijn instabiel, als een ultratrage loopband op Schiphol. De geluiden zijn oorverdovend. Voor mijn gevoel loop ik door een tunnel terwijl mijn hart bonst in mijn borstkas. Het zweet staat op mijn voorhoofd. Ik wil hier weg, maar ik kan er niet uit. Frisse lucht, ruimte! Bij de brug houd ik me vast, even op adem komen. Langzaam zakt mijn hartslag. Het station is nog 100 meter. Ik moet huilen, maar houd het in. Ik kan toch niet midden op straat gaan staan huilen? Gelukkig heb ik mijn zonnebril op. Ik loop zo snel mogelijk door met mijn hoofd naar beneden, anders word ik duizelig. Perron 10a, gehaald! De trein is nog leeg. Ik plof neer en probeer te ontspannen.
Een paniekaanval, midden op straat. Nooit gedacht dat mij dat zou overkomen. Inmiddels ben ik ruim een week thuis. De dagen lijken zich aaneen te rijgen. Ik slaap gelukkig beter, maar blijf ontzettend moe. Ik doe kleine klusjes. Als ik normaal doe, dan denk ik dat er niets is, dat het misschien wel meevalt. Tot er drie mensen tegelijk gaan praten en ik meteen die onrust weer voel opkomen. Ik merk dat ik vaak zomaar voor me uit zit te staren, soms probeer ik mijn gedachten te vangen, maar ze gaan nog steeds te snel. Koken vind ik fijn. Boodschappen doen een crime, ik kom niet graag op straat. Toch ga ik wel, want ik wil niet compleet afhankelijk zijn.
"You can't stop the waves, but you can learn how to surf- Joseph Goldstein
Achteraf gezien had ik het al veel eerder kunnen zien aankomen. De paniekaanval die ik net beschreef, heb ik al eerder gehad. De eerste keer was ongeveer twee jaar geleden tijdens een romantisch weekend in Scheveningen. Ik dacht toen dat het te maken had met de fibromyalgie en wat vermoeidheid. Nooit geweten dat het een paniekaanval was. Een aantal jaren terug besloot ik mijn balletschool te verbouwen. Ik ben daar anderhalf jaar mee bezig geweest. De school liep gewoon door, want de verbouwing was in het pand ernaast. 's Morgens en in het weekend klussen en 's middags en 's avonds lesgeven. In diezelfde periode wilde mijn ouders graag wat kleiner gaan wonen en ik vond een huisje voor ze in Enkhuizen. Prachtige locatie, maar het huisje zelf was erg verwaarloosd en moest echt opgeknapt en geschilderd worden. Ik deed het erbij. Kon best, dacht ik. Drie weken voordat ik open ging moest er nog 300 m2 vloer gelegd worden in de balletschool. Ik kon hulp krijgen, maar dat kon pas in het laatste weekend voor de opening. Dat werd me te krap, dus ik besloot het zelf te doen. Binnen vier dagen lag de vloer erin, maar tijdens de 3e dag merkte ik dat ik niet eens meer één pak laminaat tegelijk kon tillen door de pijn in mijn handen en dat ik dus plank voor plank naar mijn workmate moest dragen. Ik gebruikte een decoupeerzaag om de planken op maat te zagen. Als ik 's morgens wakker werd dan kon ik mijn handen niet meer openen. Mijn vingers en armen waren dermate verkrampt dat het een paar uur duurde voordat ik ze weer kon gebruiken.
Ik was precies klaar voordat het nieuwe seizoen begon. Geen vakantieperiode dat jaar, maar dat kon makkelijk. Ik had tenslotte energie voor tien! Wel kreeg ik in de periode die volgde steeds meer last van blessures. Het ene was nog niet over of het volgende begon. Van spit in mijn rug tot een frozen shoulder. Gekneusde enkel, tennisellebogen, you name it! Paar dagen rustig en weer gaan met die banaan! Niet zeuren, gewoon doorgaan, we zijn toch geen watje! Zo denk ik nog steeds, ik ben toch geen watje...