Achter mijn gesloten oogleden schieten mijn oogbollen van links naar rechts. De constante druk op mijn borst maakt dat ik nog meer in paniek raak en ga ik twijfelen of het dan toch niet mijn hart is. In mijn achterhoofd weet ik dat het de angst is. Ik herken het inmiddels. Buiten adem lig ik in mijn bed. Verkrampt probeer ik mind-fullness toe te passen. Ademhalingsoefeningen, meditatie, lezen, niets leidt me meer af van de angstige knoop rond mijn hartstreek.Het ging eigenlijk steeds heel goed, elke dag naar het ziekenhuis was minder problematisch dan ik dacht. Zelfs de extreme vermoeidheid bleef steeds uit. Maar vanmiddag ging het toch mis. Na een verontrustend telefoontje van de intensive care van het ziekenhuis dat je voor de tweede keer een bradycardie had gehad, waardoor ze genoodzaakt waren je hart een paar keer te masseren. Ben ik naar het ziekenhuis gegaan. Er was geen nood zeiden ze, ik hoefde niet meteen te komen. Maar ik kon me nergens meer op focussen, dus toch maar op de trein gestapt.Je was wakker toen ik aankwam en je keek eigenlijk heel helder uit je ogen ... wat een opluchting.Je begon meteen je lippen te bewegen, maar door de beademingsbuis is het moeilijk om lip te lezen, maar met het letterbord komen we een heel eind. Je kunt nog niet aanwijzen, maar door middel van je ogen en hoofdbewegingen kom ik er toch achter wat je bedoeld. Je laat weten dat je het zat bent, maar je snapt ergens ook dat je niet weg kan.Ik bel naar huis om te zeggen dat het goed met je gaat, dat je communiceert en helder uit je ogen kijkt. Als ik terugloop schrik ik van de bezorgde blik van de arts die bij je bed staat en de verpleegkundige. In de vijf minuten dat ik weg was hebben ze je hart weer op gang moeten brengen ... Ik houd me vast aan de rand van het bed waar je in ligt. Ik wil niet laten merken dat ik het van binnen uitschreeuw van paniek. Mijn benen voelen als rubber en ik voel het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. Ik kan het gewoon niet bevatten. Zo knijp je in mijn hand en zit je helder in je bed en het volgende moment knijp je er gewoon tussenuit.Er komt een cardioloog naar je kijken en er wordt gesproken over een pacemaker. Ik bel naar huis met het slechte nieuws en ga daarna weer snel naar je toe. Je slaapt. De verpleegkundigen zijn in overleg. Ik zit alleen in je kamer aan de overkant van het bed. Ik durf bijna niet naar de monitor te kijken, maar ik durf je ook niet alleen te laten. Ik heb het gevoel dat ik elk moment van de stoel afval en ik besef me ineens dat ik me niet kan herinneren wanneer ik voor het laatst heb gegeten. Maar hoe kan ik je alleen laten? Ik loop naar de balie waar de verpleegkundigen in overleg zijn en kom niet uit mijn woorden. De tranen stromen over mijn wangen en met veel gestamel zeg ik dat ik iets moet eten, maar dat ik je niet alleen durf te laten.De verpleegkundige verzekert me dat hij goed op je zal letten. In de familie kamer moet ik eerst bijkomen. Als mijn vriend vraagt of hij naar met toe moet komen ben ik opgelucht. Meteen daarna komt de verpleegkundige om de hoek kijken en zegt me dat ze je klaarmaken om naar boven te gaan, zodat ze een pacemaker kunnen plaatsen. De intensivist komt ook even kijken en legt me uit wat ze precies gaan doen. De helft gaat langs me heen. Ik ben alleen maar bang dat je de verplaatsing naar boven niet overleefd. Er volgen spannende uren. Ondertussen is mijn vriend ook gearriveerd en ik probeer wat te eten. Na 2.5 uur komt de verpleegkundige ons vertellen dat je terug bent en dat het goed is gegaan. Ik ben opgelucht, maar mijn benen willen me bijna niet dragen. Alles tintelt en mijn hart blijft maar in mijn keel bonken.Ik pak je hand en je kijkt me even aan. Je lijkt verward, wat niet gek is. Ik probeer je uit te leggen wat er is gebeurd, maar ik weet niet of je het helemaal snapt. Je ziet er moe uit en ik blijf bij je zitten tot je slaapt. De paniek laat me voorlopig niet los. Alsof mijn lichaam een eigen leven leidt. Ik vraag me af of het komt door de burn-out of dat het normaal is ... Een ding is zeker, je geeft niet op! Ze krijgen je niet zomaar klein. Je bent echt een held!
sepsis