Als klein meisje schreef ik al verhalen en gedichten. Ik vond het heerlijk om mezelf te verliezen in een verhaal of een gedicht. Ik hield van mooie woorden en klanken, melancholische zinnen en spannende verhalen. Mijn fantasie werd op de lagere school altijd beloond met hoge cijfers, maar mijn grammaticale vaardigheden en spelling lieten te wensen over en was meestal net aan voldoende.Als ik eenmaal aan het schrijven was, dan stroomden de woorden zo snel dat ik het nauwelijks kon bijhouden. Uit angst om de woorden en zinnen te vergeten, schreef ik zonder na te denken alles achter elkaar op. In mijn haast vergat ik dan te letten op de punten, komma’s, hoofdletters en ingewikkelde grammaticale regels. Tijdens mijn middelbare schooljaren, werd mijn docent daarom niet erg enthousiast van mijn verhalen en verloor ik het plezier in het schrijven een beetje. Ik schreef alleen nog thuis in dagboeken en soms nog een gedicht.Toch verloor ik nooit helemaal de liefde voor het schrijven en het lezen. Tijdens mijn carrière als dansdocent kwam die fantasie me goed van pas. Als ik dans, vertel ik verhalen, niet met een pen, maar met mijn lichaam en ook dat is net zoiets als schrijven. Maar ik schreef ook alle teksten en verhalen voor de voorstellingen, die we opvoerden in het theater met mijn theaterschool, zelf.Toen ik begon met bloggen, ben ik me wat meer gaan verdiepen in het schrijven en de Nederlandse taal. Lang leve Google! Wat je niet weet, kun je tegenwoordig gelukkig online opzoeken. Alles over taalgebruik, grammatica en spelling, van cursus tot handige weetjes, heb ik mezelf zoveel mogelijk eigen geprobeerd te maken. Het regelmatig bloggen heeft me daarbij heel erg geholpen. En geresulteerd in een gemiddelde van 2000 bezoekers per maand.Naast het bloggen ben ik ook af en toe weer een verhaal gaan schrijven. Non-fictie is natuurlijk fijn, omdat je gewoon kunt schrijven wat je meemaakt en daar verder niet zo over na hoeft te denken. Iets wat tijdens het begin van mijn burn-out goed uitkwam. Want nadenken over iets, was al een reden tot paniek. Maar nu het beter gaat is fictie ook hartstikke leuk! En met mijn nieuw verworven kennis gaat dat ook een stuk makkelijker. ‘Elk nadeel heeft zijn voordeel’, volgens Kruijff, en dat is ook zo.Toen Godijn Publishing een verhalen wedstrijd uitschreef met als opdracht: schrijf een verhaal over een ‘grijze klever’, was ik meteen getriggerd. Ik ken een aantal grijze klevers en meteen vormde er een verhaal in mijn hoofd. Een grijze klever is iemand die nooit iets meemaakt, nooit iets onderneemt en altijd leeft volgens een bepaalde routine. Maar misschien heeft dit gedrag wel een onderliggende reden. De uitdaging om daar achter te komen ben ik aangegaan en hieruit is het verhaal ‘Ben’ ontstaan.Mijn doel was niet om het verhaal gepubliceerd te krijgen, hoe gek dat ook klinkt. Maar door de opdracht kreeg ik een doel en deadline om te schrijven. Ik wilde zien hoe ver ik zou komen met het schrijven van een verhaal van ongeveer 2500 woorden. Van alle inzendingen kwamen de vijftig beste verhalen op een longlist en van die longlist werden er 25 verhalen gekozen die gepubliceerd zouden worden. Toen ik het verhaal had ingestuurd en de longlisters bekend werden gemaakt via Facebook, heb ik mijn eigen bekendmaking gemist, overheen gelezen. Maar ik was niet teleurgesteld, integendeel, ik was blij dat ik weer in staat was om iets in opdracht te produceren.Toen kreeg ik een mail en in die mail stond dat ik geselecteerd was voor de longlist. Wat!!! Huh!! Jeetje, wat gaaf vond ik dat zeg. Voor mij was dat genoeg. Ik was zo trots als een pauw. 29 September zou de uitslag volgen in Schouwburg het Park tijdens het Boek10 event van Godijn Publishing. Merik en ik waren onze vakantie aan het plannen en het voordeligste was om de 26ste te vliegen. Ik vond het prima, omdat ik er niet van uitging dat mijn verhaal gepubliceerd zou worden. Ik vond het alleen jammer om het event te missen, omdat er ook goede sprekers zouden komen. Merik wilde er niets van weten en zei me dat we koste wat kost naar het event zouden gaan. Dus vlogen we de 30ste.Op de dag van het event voelde ik me niet fit, alsof ik tegen een griep aanzat. Toch besloten we te gaan. Om drie uur was de uitslag en de presentatie van het boek. Een spannend moment voor de meeste, maar ik was redelijk ontspannen omdat ik er nog steeds vanuit ging dat ik er niet in zou staan. De eerste naam werd genoemd en naar voren geroepen. En toen … ‘De volgende auteur, Monique Belier met het verhaal: Ben.' ‘Huh!’, ik schrok me wild … Merik keek me aan en zei: ‘Ik zei het toch’. Als op een wolk zweefde ik naar voren en met een lach van oor tot oor nam ik trots het boek in ontvangst. Ik heb ongeveer twee dagen elke keer als ik het boek zag liggen, vol ongeloof mijn hoofd geschud.Toen ik weer een beetje bij mijn positieven was, dacht ik: shit, het verhaal was nog helemaal niet goed genoeg. Voordat ik het instuurde wilde ik nog wat stukjes herschrijven, maar door tijdgebrek lukte dat niet meer en heb ik het gewoon maar ingezonden. Nu is mijn verhaal gepubliceerd en kan ik er niets meer aan veranderen … Pffff Hopeloos ben ik. Ondanks ik me dan weer druk maak over hoe het verhaal nu gepubliceerd is, ben ik toch ook heel blij en voelt het bijna als een overwinning en maak ik een lange neus naar mijn leraar Nederlands die me het plezier in het schrijven ooit afnam. Kijk dan, het is toch nog goed gekomen! Vanaf nu mag ik mezelf ook auteur noemen :-)